zaterdag 23 maart 2013


REISKISTEN VOL MET BAGAGE, MEUBELS EN PROVIAND (Henriette beschrijft het vertrek uit Cairo). 
....."Op het moment van vertrek, dat met niets te vergelijken valt behalve dan de exodus van de kinderen Israëls, wil ik je even een afscheidswoordje schrijven voor men de laatste tafel weghaalt. 
Voor de omvang van het huis waren wij eigenlijk wat schaars gemeubileerd maar nu alles verhuisd moet worden, blijkt dat wij een enorme massa verzameld hebben. Fl. 1600 proviand! Want Halib zegt dat je daarginds niets krijgen kunt. Onder andere is daar geen geld. Men moet alles meenemen en dus heb ik 800 in kopergeld mee moeten nemen: een vracht voor 10 kamelen, 40 watervaten, zes tenten, ijzeren ledikanten, matrassen, wapens, kortom alles wat er nodig is om 18 dagen door te brengen in een woestijn zonder water. 
In de derde boot bevindt zich alles wat wij uit Den Haag meegenomen hebben: 32 kisten meubelen, gravures, boeken, spiegels, totaal onbekende zaken in deze streken. 
Je kunt je de verbazing van iedereen over onze toebereidselen niet voorstellen: men beschuldigde er ons van dat wij dertig miljoen pond sterling per jaar te verteren hebben. Men spreekt over ontvoeringen en dieven. De arme Addy ziet groen van angst. Zij ziet zichzelf al in een harem opgesloten. Ik geloof nog altijd niet dat zij mee die woestijn in zal gaan, waar geen water is. Zij rilt van angst als Alexine haar pistolen, haar revolvers (zij heeft er vijf) en haar karabijnen rangschikt – en er is één speciaal om leeuwen en olifanten te schieten"...... 


OLIFANT ETEN
Ze zagen struisvogels en grote aantallen giraffes, maar kwamen niet dichtbij genoeg om ze te schieten. Giraffevlees zou erg smakelijk zijn, had men hun verteld. Wel aten ze mee van een immense olifant, die hun was gegeven door de jager zelf, en ‘vonden dat vlees best lekker’. De bemanning slaagde er ook niet in om een nijlpaard te schieten, dat ook ‘lekker zou smaken’.


SLAVERNIJ
Wat ze zag op de dertiende breedtegraad, op de plek die ook wel de Djebel Dinka werd genoemd, behoorde voor Alexine tot ‘de grootste gruweldaden die ze tot nu toe had aanschouwd’. Na een nachtelijke opstand van slaven die deels konden ontsnappen maar deels weer werden gevangen, ging ze ’s ochtends vanuit hun kampement aan de oever landinwaarts om te kijken of ze enkelen van hen vrij kon kopen. Na onverrichterzake terug te zijn gekeerd schreef ze een brief waarin ze haar ontzetting uitsprak over de taferelen. Mensen had ze zien wegslepen, geslagen zien worden en aan de ketting gelegd voor verder transport. In haar langste brief ooit, gedateerd 17 juni, schrijft ze ontsteld aan ‘Smous’ wat ze zag bij ‘de Bergen van de Dinka’s’:

...."Hier was het dat ik voor het eerst de handel in negers gezien heb. Nog nooit in mijn leven ben ik zo verstomd en geschokt geweest. Ik had er wel over horen vertellen zoals iedereen, ik had wel gelezen over de slaventroepen, maar ik had geen idee van de omvang en van de wreedheid van dit bedrijf, noch ook van de cynische wijze waarop er gehandeld wordt. Men kan zich dat niet voorstellen als men het niet gezien heeft, het is weerzinwekkend. 
Alle Arabische handelaren en het merendeel van de Europeanen hebben zogenaamde lijfwachten die allen  slavenjagers zijn, die de dorpen verbranden en alles roven wat zij tegenkomen. Zij verzamelen honderdtallen negers in de schepen waarin ze in het geheim verborgen worden om ze zo binnen te smokkelen in de staten van de onderkoning. Want ofschoon de wet tegen de slavernij in die verafgelegen streken van nul en generlei waarde is, moet men toch de schijn aannemen daaraan te gehoorzamen. Maar hier geschiedt alles zonder de minste schaamte en daar de handel dit jaar bloeit, was de hele oever bedekt met grote donkere plakkaten.Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat dat vlak tegen elkaar aan gebonden negers waren, die op deze wijze gemakkelijk te bewaken waren. Allen waren naakt en de mannen droegen om de nek zware kettingen die zij niet alleen konden optillen. Maar wat ons nog het meeste trof, was hun magerte, onbeschrijflijk. Heb je wel eens zo’n bedelaar gezien die een arm of een been vertoont, waarvan de huid op het bot gekleefd zit? Nu, zo waren deze negers  Nu, zo waren deze negers ook, hun ledematen leken op insektenpoten, het was afzichtelijk. Zonder twijfel is dat de schuld van de kooplieden die ze ongenadig uithongeren, maar blijkbaar is de aard van de neger daar toch tegen bestand, want ik geloof niet dat een Europeaan zoiets zou kunnen overleven"...... 

Wanneer ze in de avond terugkeert naar de plek met de mêlee van slaven en handelaren wordt ze benaderd door een vrouw.


.."Toen ik tussen de groepen doorliep, greep een vrouw die een kind op  de arm had, mij bij de hand en zei iets tegen mij dat, naar men mij vertaalde, een bede was om van haar meester de gunst te verkrijgen, haar andere zoon en haar moeder te mogen ontmoeten die aan een andere meester toebehoorden. Dit stond men mij toe en de hereniging was zo ontroerend dat ik ze alle vier gekocht heb en ze nu bij mij houd tot wij hun land bereiken, waar wij hen dan heen kunnen sturen.’ De volgende morgen kwamen twee oude vrouwen haar vertellen dat ze door hun meester waren verlaten omdat ze te zwak waren om verkocht te kunnen worden. Zonder ze te hoeven kopen hadden de slavenhandelaren hen dus kunnen meenemen. Alexine had al vier slaven vrijgekocht. Na ook die twee gekocht te hebben, stierf ..ner al snel en de ander werd haar ontstolen. Ze vertelt Jetty ook een meisje gekocht te hebben. Een ‘petite négresse’, ‘een kleine Abyssijnse, tussen 10 en 12 jaar oud, die Goulba heet en een schoonheid belooft te worden".......

EINDPUNT EERSTE EXPEDITIE
Op 30 september kwamen ze aan te Gondókoro op de vierde breedtegraad. Daar werden de Tinnes samen met vrijwel hun hele gezelschap overvallen  door koortsen. Na een ziekbed van een week krabbelde Alexine weer op. Met de stoomboot voorop zeilde het flottielje op 22 oktober terug vanuit Gond.koro naar Khartoem waar ze op 20 november aankwamen.
Met hun Witte Nijlreis hadden de Tinnes hun grote wens vervuld om diep door te dringen in het Centraal-Afrikaanse binnenland. Maar deze reis had een dubbelzinnig karakter. Enerzijds was ze bedoeld als een pleziertocht, anderzijds bleek vooral Alexine ontvankelijk voor de suggesties om er een echte expeditie van te maken tot aan het Victoriameer. Als een ziekte haar niet had overvallen in Gond.koro en hun expeditie zo was uitgerust dat ze vijfhonderd kilometer zuidelijker door hadden kunnen reizen  en nog eens de stroomver-snellingen op die plek van de Witte Nijl bevaarbaar zouden zijn geweest, dan hadden Alexine en haar moeder wellicht de bronnen van deze rivier ontdekt, voordat Speke vanuit het zuiden daar was aangekomen. Toegejuicht als de leiders van een ontdekkingsexpeditie – nota bene van het vrouwelijke geslacht – zouden ze met eenzelfde eeuwige roem zijn overladen als Livingstone en Stanley. Maar nu waren de resultaten van hun reis niet die van 
een ontdekkingsexpeditie. Al voor 1860 was Gond.koro aan de Witte Nijl en zijn regio op de vierde breedtegraad grotendeels ge.xploreerd


Geen opmerkingen:

Een reactie posten